Vakken
Ons vakinhoudelijk aanbod
Wij houden bij ons onderwijs rekening met de actualiteit, de leerstof ligt hierbij voor een groot deel vast in de methodes, die we gebruiken. Bij de kennisgebieden en wereldoriëntatie gebruiken we als uitgangspunt de kerndoelen en de leerlijnen. Het onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar gaat uit van een natuurlijk ontwikkelingsproces. Indien nodig krijgt een kind de gelegenheid om op eigen niveau verder te gaan. De kerndoelen zijn beschrijvingen van belangrijke onderwijsinhouden. Op hoofdlijnen geven ze een omschrijving van het onderwijsaanbod. De kerndoelen geven aan wat aan alle kinderen moet worden aangeboden, in de periode waarop zij het basisonderwijs bezoeken.
De activiteiten in groep 1/2
Het onderwijs in groep 1/2 verschilt enigszins van dat in de overige groepen.
- Als de kinderen net op school komen, ligt de nadruk op het wennen en is er veel aandacht voor gewoontevorming. Dit gaat de gehele kleuterperiode door.
- Leren gebeurt vooral spelenderwijs. Spelen is het allerbelangrijkste kenmerk van deze groepen.
- De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van een bepaald thema, bijvoorbeeld: "herfst" ,"restaurant" en “familie”. In de kerndoelen onderscheiden we verschillende leer- en vormingsgebieden. In de dagelijkse praktijk in de klas is dit voor de kinderen nauwelijks merkbaar.
- Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling; wie speelt met een lotto leert ook getallen of kleuren en wie op een papier de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. In de kleutergroepen wordt veel aan taalontwikkeling gedaan.
- De activiteiten bestaan uit leergesprekken (woordenschat uitbreiding), rijmpjes en gedichten, poppenkast, taalspelletjes en het aanbieden van prentenboeken.
- Verder kijken we naar de TV-programma’s van de NOT (Nederlandse Onderwijs Televisie) die specifiek op taal zijn gericht, zoals Koekeloere en Schatkast. Ook met het spel in de hoeken, taalwerkbladen, verhaaltekening (het verwoorden van een tekening), stimuleren we de taal van kleuters.
- Bij de leesontwikkeling van kleuters moet u vooral denken aan allerlei voorbereidende activiteiten. Bijvoorbeeld: het horen van klanken zoals rijmen, eerste en laatste letters van woorden, korte en lange zinnen, klappen van woorden, en training van het auditief (luisterend) geheugen. Verder stempelen de kinderen woorden en werken ze met werkbladen. Kleuters die al letters kennen en daarmee bezig willen zijn kunnen werken met diverse spelletjes en eenvoudige leesboekjes.
- Ook wordt er begonnen met de voorbereiding op het schrijven. We besteden veel aandacht aan de arm-, hand- en polsbewegingen, bijvoorbeeld door tekenen, krijten en schilderen op grote vlakken. In de loop van de jaren wordt dit steeds meer verfijnd.
In groep 1/2 wordt gewerkt met het Kijk-registratiemodel. Hiermee wordt de ontwikkeling van de kleuter gevolgd en bijgehouden. De kleuter wordt in zijn gehele ontwikkeling gevolgd door observaties, zodat we kunnen aansluiten bij het ontwikkelingsniveau. Wanneer uit de observaties en/of de toetsen blijkt dat die ontwikkeling niet conform de verwachting is, kan het kind in ons zorgsysteem komen.
De activiteiten in groep 3 t/m 8
Vanaf groep 3 t/m 8 wordt vooral les gegeven met behulp van moderne methodes. De methodes geven een houvast aan de leerkracht en garanderen een goede opbouw van de leerstof. De ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd d.m.v. methode gebonden toetsen en de CITO toetsen van het leerlingvolgsysteem. Zo bewaken we de ontwikkeling van de kinderen en proberen hen steeds verder te brengen. Wanneer uit de toetsen blijkt dat die ontwikkeling niet conform de verwachting is, kan het kind in ons zorgsysteem komen.
Taalvaardigheid/spreken, luisteren en lezen
Naast spreken en luisteren, zijn schrijven (verhalen en brieven) en inzicht in de structuur van zinnen en teksten belangrijke onderdelen van het taalonderwijs.
- Vanaf groep 4 wordt er met de methode Taal Actief 4 gewerkt. Wij gebruiken hierbij een aparte leergang voor spelling. Deze spellingleergang is ook onderdeel van de methode Taalactief 4. Ieder blok duurt vier weken en gaat over een bepaald thema. De eerste drie weken bevat nieuwe stof. De vierde week is een toets- en herhalingsweek.
- De aangeboden leerstof is verdeeld in kernstof, verdiepingsstof en stof voor extra ondersteuning.
De spellingmethode van Taalactief 4 verdeelt de lesstof op dezelfde manier als bij taal.
- Er wordt vier weken aan een thema gewerkt (dezelfde als bij taal) en wordt afgesloten met een dictee. Aan de hand van het dictee wordt extra geoefend met werkbladen of op de computer.
- Iedere les start met een aanduiding van de spellingcategorie die behandeld wordt. Om inzicht te krijgen in ons spellingsysteem leren de leerlingen bij elke nieuwe spellingcategorie wat ze moeten doen om de woorden van die categorie goed te schrijven.
- Het gaat echter niet om het aanleren van woorden, maar om het lezen en hanteren van de juiste spellingstrategieën.
LIST lezen
LIST lezen staat voor; Lezen is top (LIST = Lees Interventieproject voor Scholen met een Totaalaanpak). Het verbetert de leesprestaties en bevordert de leesbeleving van de leerlingen en gaat ervan uit dat vrijwel alle kinderen vlot kunnen leren lezen, mits ze voldoende tijd krijgen en de juiste instructie ontvangen.
LIST werkt planmatig: van techniek naar begrip en beleving; van hardop naar stillezen; van remediëren naar preventie en vroegtijdig ingrijpen; van methode naar didactiek. Wij zijn een gecertificeerde LIST-school.
De groepen 1 en 2 werken met een aantal instructieblokken die bij het aanvankelijk lezen van belang zijn. In groep 1 ligt de nadruk op luisteren. In groep 2 ligt de nadruk op luisteren, creatief schrijven en op letters en de leeshandeling.
- List is een project waarbij we uitgaan van leesplezier en veel leeskilometers maken! Het doel is dat alle kinderen vanaf eind groep 4 voldoende begrijpend kunnen lezen.
- De kern van LIST is dat kinderen boeken kiezen en lezen die passen bij hun eigen leeftijd. De focus ligt dus niet op leesmoeilijkheden, maar op motivatie.
- Het doel is niet het aanleren van een techniek, maar het ontwikkelen van gemotiveerde lezers die hun leesvaardigheid gebruiken om te leren en om te lezen voor hun plezier.
- Het doel hierbij ligt hoog: de kinderen lezen per jaar ongeveer 25 boeken!
- Om de leerlingen zo goed mogelijk te bedienen, maken we gebruik van de boekencollectie van de bibliotheek.
- Op school is een ruime collectie boeken aanwezig, waarbij ook de mogelijkheid bestaat boeken te reserveren uit de bibliotheek. Hierdoor kunnen leerlingen nog beter en eenvoudiger boeken kiezen op basis van hun eigen interesse en voorkeur.
Lezen is van essentieel belang om je verder te kunnen ontwikkelen. Wij hopen dat u daar thuis ook aandacht aan blijft besteden. Dat kan door bijvoorbeeld ’s avonds voor het slapen gaan voor te lezen, samen naar de bibliotheek gaan, maar ook abonnementen op jeugdtijdschriften te nemen. Wat voor soort boeken uw kind leest maakt niet uit: literaire jeugdboeken, informatieboeken, stripboeken, zolang het kind leest, ontwikkelt het zijn leestechniek. Door kinderen zelf te laten kiezen wat ze willen lezen, ontwikkelen ze leesplezier. In de hogere leerjaren komt de nadruk steeds meer te liggen op het begrijpend en later ook op het studerend lezen. Deze vaardigheden leren we de kinderen met de methode “Nieuwsbegrip XL”.
Verteltassen
Een verteltas is een kleurrijke stoffen tas met daarin een prentenboek, het thema uit het boek is uitgewerkt met behulp van een informatief boek, een cd, attributen, o.a. handpoppen en spelletjes. Ouders en leerkrachten bedenken de thema’s en maken samen de inhoud van een verteltas.
- De inhoud van de verteltassen brengt verhalen voor kinderen tot leven. Het helpt kinderen spelenderwijs, om ideeën, gevoelens en verhoudingen te verkennen en om mondelinge, organisatorische en sociale vaardigheden te ontwikkelen.
- In de tas is ondersteunend materiaal aanwezig om de woordenschat te vergroten en taal, geletterdheid, rekenvaardigheden en wereld oriëntatie te bevorderen.
- Met de verteltassen beleven kinderen op verschillende manieren het verhaal door de gebeurtenissen uit het verhaal te verbinden met de geschreven tekst.
- Verteltassen zijn voor kinderen van groep 1 t/m groep 8.
Een aantal jaren geleden zijn we gestart met het maken van verteltassen met een groep enthousiaste ouders. Inmiddels zijn er een flink aantal klaar. Er is een kast, waar alle tassen in hangen. De tassen worden gebruikt op school.
Schrijven
We werken met de methode “Schrijfatelier” voor de groepen 1/ 2 en “Klinkers” voor de groepen 3 t/m 8. Goed schrijven kun je alleen met een juiste schrijfhouding.
- Klinkers besteedt daarom veel aandacht aan motoriek, houding, schrijfbeweging en pengreep. Zo leren kinderen netjes en ontspannen schrijven.
- In groep 3 leren de kinderen de vorm van de letters goed kennen met de zogenaamde ‘railletters’. Dit zijn grote letters met richtingpijlen en andere aanduidingen.
- Vervolgens leren ze de letters tussen de lijnen schrijven. In de groepen 4 t/m 8 oefenen de kinderen verder met het blokschrift.
Engels
Alle kinderen van de groepen 1 t/m 8 krijgen Engelse les, met de methode “Take it easy”. Twee native speakers komen via het digibord bij de kinderen in de klas, zij doen dit in het Engels.
- Het is belangrijk dat de leerlingen eraan wennen dat ze in een vreemde taal niet alles letterlijk hoeven te begrijpen om de strekking van het verhaal te begrijpen.
- Naast het digibord wordt er vanaf groep 5 gebruik gemaakt van werkboeken voor de leerlingen.
- De methode bestaat uit 6 units met ieder 5 lessen, deze units worden vanaf groep 5 afgesloten door middel van een toets. Bij elke unit horen filmpjes, muziekfragmenten en liedjes.
Door Take it easy krijgen de kinderen meer taalaanbod. Hoe jonger de kinderen beginnen met het leren van de tweede of vreemde taal, hoe minder ze gehinderd worden door een al bestaande taalstructuur: de “vreemde” zinspatronen worden overgenomen, zonder dat de kinderen belemmerd worden door de grammaticale regels van de moedertaal. We vinden het beheersen van de Engelse taal belangrijk door de toenemende internationalisering, de groeiende mobiliteit en de uitgebreide mogelijkheden om te communiceren via de nieuwe media.
Rekenen en wiskunde
We werken al enkele jaren met de rekenmethode "De wereld in getallen". Deze methode heeft lesmaterialen voor groep 1 t/m 8, zodat een doorgaande lijn gewaarborgd wordt. "De wereld in getallen" is een moderne methode die voldoet aan de principes van het realistisch rekenen. In deze methode rekenen kinderen vanuit een realistische context. Dit zijn sommen vanuit een situatie, die ze ook in het dagelijks leven tegen (kunnen) komen. De methode biedt oefenstof op alle subgebieden van het rekenonderwijs:
- Wiskundig inzicht en handelen
- Getallen en bewerkingen (hoofdrekenen, cijferen)
- Meten en meetkunde
Er is veel aandacht voor het automatiseren van de optel- en aftreksommen t/m 10 en over het eerste tiental, de tafels van vermenigvuldiging en de deeltafels.
- Elke les is op dezelfde manier opgebouwd; de eerste helft van de les is bestemd voor instructie en de tweede helft werken de kinderen zelfstandig.
- De kinderen die meer instructie nodig hebben, krijgen dan verlengde instructie.
- Daarna werken de kinderen zelfstandig door aan de weektaak. In de weektaak komt rekenstof aan de orde, die eerder al is aangeboden. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. In de weektaak staan oefeningen op drie niveaus; minimum-, basis- en plusniveau.
- Kinderen kunnen doorschuiven van het ene naar het volgende niveau.
Een blok duurt 4 tot 5 weken. Dit wordt afgesloten met een toets. De toetsresultaten geven aan welke onderdelen goed beheerst worden en welke onderdelen nog extra geoefend moeten worden. De week na de toets wordt gebruikt voor herhaling en/of verrijking.
Op deze manier stemmen we steeds opnieuw ons rekenonderwijs af op de verschillen tussen kinderen. We helpen de kinderen verder door:
- het tempo aan te passen aan het kind.
- het herhalen van sommen, die het kind nog moeilijk vindt.
- op een andere, eenvoudigere manier de som uit te leggen.
- verbreding en verdieping voor kinderen die meer aan kunnen.
Oriëntatie op jezelf en de wereld
Mens en samenleving
We hebben een aantal jaren gewerkt aan het opzetten en uitwerken van de leerlijn wereldoriëntatie. Hierbij zijn we uitgegaan van de kerndoelen en de leerlijnen van de SLO. De leerlijnen van de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuur zijn hierin verwerkt. Bij het geven van deze lessen:
- maken we gebruik van de mogelijkheden van het digibord: teleblik, powerpoints, schooltelevisie, internet, lesbrieven en methodes.
- gaan we thematisch te werk en kunnen andere vakgebieden, o.a. tekenen en handvaardigheid geïntegreerd worden.
- willen we boeiend onderwijs geven door aan te sluiten bij de belevings- en ervaringswereld van de kinderen.
- laten we kinderen coöperatief werken en maken we gebruik van MI.
- maken we gebruik van teksten, die passen bij het ontwikkelingsniveau van kinderen.
- wordt gebruik gemaakt van “verhalend ontwerpen”.
Verhalend Ontwerpen
- Dat is een werkwijze waarbij verschillende vakken en vaardigheden geïntegreerd aangeboden worden. In een verhalend ontwerp doen de kinderen veel zelf.
- De leerkracht is niet degene die uitlegt hoe de wereld in elkaar zit, hij/zij is geen lesgever in traditionele zin. De leerkracht zorgt wel voor een aanbod dat de kinderen actief maakt.
- Hij/zij biedt hulp en structuur, waar nodig. Kinderen nemen tijdens een verhalend ontwerp beslissingen die invloed hebben op de manier waarop het onderwijs verloopt. Toch is een verhalend ontwerp planbaar. De leerkracht heeft altijd een draaiboek in zijn/haar hoofd. Het lijkt of je de touwtjes uit handen geeft, maar tegelijk houd je het heft in handen.
De belangrijkste elementen van een verhalend ontwerp zijn:
- De verhaallijn en de episodes. Zij bepalen de grote lijn.
- De sleutelvragen en de incidenten. Zij maken leeractiviteiten mogelijk.
- Het wandfries. Dit geeft een overzicht van het door de kinderen ondernomen werk.
Een verhalend ontwerp is gebaseerd op een verhaallijn. De verhaallijn is opgedeeld in episodes en binnen elke episode worden kinderen actief. Als een episode klaar is, zorgt de leerkracht voor een overgang naar een volgende. Episodes gaan in de regel vloeiend in elkaar over, tot de hele verhaallijn is afgewikkeld.
Dit schooljaar gaan we verder met het ontwikkelen en integreren van ons w.o.-onderwijs en reserveren we als team tijd om de thema’s goed af te stemmen, elkaar op ideeën te brengen en het overzicht te bewaren.
Natuur en techniek
De lessen natuur zijn voor een deel verwerkt in de wereldoriëntatielessen. Daarnaast volgen we het programma nieuws uit de natuur. Ook worden er regelmatig excursies gedaan.
Voor techniek gebruiken we de leerlijnen en materialen van het Ontdekkasteel. Daarnaast krijgen de bovenbouwleerlingen extra technieklessen van gastdocenten/ouders en eigen leerkracht en worden er regelmatig excursies georganiseerd naar bedrijven. Verder doen we jaarlijks mee aan extra techniekactiviteiten zoals de techniekwedstrijden. Bij deze laatste activiteit zijn we al enkele keren in de prijzen gevallen.
Ruimte en Tijd
Deze lessen zijn verwerkt in de WO lessen. Verder krijgen de kinderen ook topografie en wordt er veel in projecten gewerkt. Ook volgen we hierbij de Canon van de Nederlandse geschiedenis.
Actief Burgerschap
Wij willen kinderen met ons onderwijs voorbereiden op de taken en rollen die ze nu en in de toekomst in de maatschappij vervullen. Voorbeelden zijn de consument, de burger in een democratische rechtstaat en de verkeersdeelnemer. Om in die taken en rollen goed te kunnen functioneren en deelnemen aan de samenleving, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Kinderen dienen hiervoor kennis te ontwikkelen over en inzicht te verwerven in belangrijke algemeen aanvaarde normen en waarden en te weten hoe daarnaar te handelen. Als school richten we ons op de samenleving als geheel en op de directe leefomgeving. We vinden het belangrijk dat kinderen met diverse culturen en achtergronden met elkaar kennismaken en leren samenwerken. Dit geven we op onze school o.a. op de volgende wijze inhoud:
- Methode leefstijl en KIVA voor alle groepen
- Deelname in kringgesprekken en projecten, spelen en werken d.m.v. coöperatieve werkvormen en MI, waarbij ieder een gelijke taak, kans en inbreng heeft.
- Leerlingenraad: uit de groepen 6, 7, en 8 worden per klas twee kinderen afgevaardigd. Tijdens kringgesprekken worden door de kinderen punten ingebracht die naar het overleg worden meegenomen. Dit overleg vindt 4 keer per jaar plaats. Het overleg wordt begeleid door 2 leerkrachten. De achterliggende gedachte van de leerlingenraad is, om de betrokkenheid, het samen voor de school staan te vergroten en gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen.
- De eigen leeromgeving staat centraal bij de wereld oriënterende vakken, hierbij horen ook bezoeken aan bijzondere plaatsen in de omgeving.
- Meedenken en meebeslissen over oplossingen, klassenaangelegenheden en het maken van regels en afspraken (kapstokregels).
- Kinderen worden actief betrokken bij allerlei maatschappelijke ontwikkelingen d.m.v. het jeugdjournaal en het behandelen van onderwerpen als ‘staatsinrichting’ en het vormen van je eigen mening.
- Deelname aan goede doelen zoals ‘schoenmaatjes’, kinderpostzegels en Jantje Beton.
- Betrokkenheid bij activiteiten en vieringen in de eigen omgeving, voorbeelden hiervan zijn: musicals die worden opgevoerd in de kerk, activiteiten in het bejaardentehuis zoals spelletjes doen, liedjes zingen, koekjes bakken etc. Op deze manier willen we de buurt in de school halen.
EHBO
In groep 8 krijgen de kinderen een cursus eerste hulp en verbandleer. Deze cursus leidt tot het diploma jeugd EHBO-er.
Verkeer
In alle groepen werken we met de materialen van Veilig Verkeer Nederland. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met ‘Rondje Verkeer’, dit is een lessenserie waarin verschillende onderwerpen thematisch aan bod komen. In groep 4 gaat dit verder met het verkeersblad “Stap Vooruit”. De kinderen van de groepen 5 en 6 werken uit “Op voeten en fietsen” en de kinderen van de groepen 7 en 8 werken uit de “Jeugd Verkeers Krant”. De methode bespreekt afwisselende verkeerssituaties in de eigen omgeving en leert kinderen, als voetganger én als fietser, rekening te houden met anderen in het verkeer.
Alle leerlingen van groep 7 doen elk jaar mee aan de schriftelijke en praktische verkeersproef van Veilig Verkeer Nederland. Daarnaast wordt in alle bovenbouwgroepen een jaarlijkse fietsenkeuring en verlichtingscontrole gehouden en krijgen deze groepen lessen over verkeersveiligheid. alle leerlingen in de groepen 5 t/m 8 krijgen een veiligheidshesje van de school. We willen dat de kinderen deze veiligheidsvest aan doen als ze op de fiets naar school komen. Ze zijn door het dragen van deze veiligheidsvest beter zichtbaar in het verkeer. Tijdens excursies of uitstapjes met de fiets zijn de kinderen verplicht deze veiligheidsvest te dragen.
Kunstzinnige oriëntatie
Tekenen
In groep 3 t/m 8 staat tekenen eenmaal per week op het rooster. De technieken die aangeboden worden, komen vooral uit de methode “Moet je doen” en het Kunstkabinet.
Handvaardigheid
Ook handvaardigheid staat eenmaal per week op het rooster. Hierbij worden diverse technieken gebruikt. De technieken die aangeboden worden komen vooral uit de methode “Moet je doen” en het Kunstkabinet.
Kinderkunstweek
Ieder jaar doen we mee aan de Kinderkunstweek die in het voorjaar wordt gehouden. Er worden dan tal van creatieve activiteiten georganiseerd rondom een thema. Verder komen er kunstenaars naar school en kunnen kinderen op bezoek bij musea, galeries en kunstenaars.
Drama
In de kleuterbouw neemt dramatiseren een grote plaats in. Dit gebeurt door middel van fantasiespelen, uitspelen van een lied, verhaal, prentenboek enz. In groep 3 t/m 8 wordt er gedramatiseerd naar aanleiding van een taalles, prentenboeken, verhalen, n.a.v. projecten bijvoorbeeld van SCOOP of “Taal van de Kunst”. Ook maken we gebruik van de methode “Moet je doen”.
Muziek
Voor muziek maken we gebruik van de methode “Moet je doen”. Bij de muzikale vorming in de kleuterbouw en in de groepen 3 t/m 8, komen verschillende muziekaspecten aan bod.
Zo besteden we o.a. aandacht aan de ontwikkeling van het gehoor, stemvorming, improvisatie en het ontwikkelen van ritmisch gevoel. De muzieklessen worden geïntegreerd in het thema waarover we aan het werk zijn.
Bewegingsonderwijs
Van groep 1 t/m 8 wordt op onze school bewegingsonderwijs gegeven. Op beide vestigingen gebruiken we de methode Z@pp sport. De lessen worden verzorgd door de leerkrachten.
De gymlessen vinden plaats in de gymzaal aan de J. de Priesterstraat en de sportzaal “van Duyvenvoorde” aan de Dongestraat. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u het gymrooster voor de groepen 3 t/m 8. In groep 1 en 2 staat het bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Dit houdt in: buitenspel, spel in de klas, dans en regelmatig een les bewegingsonderwijs in de speelhal.
Levensbeschouwelijk onderwijs
We gebruiken op school de methode “Trefwoord” voor ons levensbeschouwelijk onderwijs. Deze methode is opgebouwd uit thema's, die hun oorsprong vinden in Bijbelverhalen, maar ook raakvlakken hebben met de belevingswereld van kinderen. Zo kunnen die twee werelden elkaar door middel van de verhalen treffen, vandaar de naam Trefwoord.
De methode werkt rond meer wekelijkse thema’s. Het centrale thema is voor alle groepen hetzelfde, de uitwerkingen zijn verschillend en aangepast aan het niveau van de kinderen. Elke schooldag openen en eindigen we met een lied, gedicht of een gebed. Het vak “geestelijke stromingen” zit verweven in onze godsdienstige vorming en wereldoriëntatie.
Sociale vaardigheden en weerbaarheid
Omdat we het belangrijk vinden dat kinderen over goede sociale vaardigheden beschikken, maken we gebruik van de methode “LEEFSTIJL” nieuw en bieden we de groepen 1 t/m 8 weerbaarheidslessen aan. Door het aanleren van sociale vaardigheden bij kinderen kun je pestgedrag voorkomen. Kinderen leren zich meer inleven in de ander en kunnen meer weerstand bieden als ze gepest worden.
We besteden o.a. aandacht aan:
- gevoelens van jezelf en de ander
- interesse in de ander tonen
- overlijden van een dierbaar iemand
- samen spelen, samen werken
- het leren bedenken van meerdere oplossingen voor een probleem
- het kiezen van de beste oplossing
- veranderen van situaties
- pesten
Weerbaarheid
De weerbaarheidslessen maken deel uit van het project “Rots en Water”. Bij Rots en Water leren de leerlingen wanneer zij zo sterk als een rots moeten zijn, hoe je voor jezelf op kunt komen. Ook leren zij om zich als water te gedragen, jezelf inleven in een ander, flexibel zijn. Er wordt een bewustwordingsproces gestart bij de kinderen door ze bewust te maken van hun eigen handelen, bewust van anderen en hoe daar mee om te gaan. Alle groepen krijgen weerbaarheid les. Van groep 1 t/m groep 8. De groepen 1 t/m 3 krijgen vier lessen. De groepen 4 t/m 8 krijgen acht lessen. Deze lessen worden gegeven door juf Desirée, juf Connie en juf Jolanda. Zij hebben hiervoor een aantal trainingen gevolgd en zijn bevoegd om deze lessen geven. We willen als school op deze wijze een bijdrage leveren aan de weerbaarheid van onze kinderen.
Concentratie
Kinderen hebben het vaak druk, net als volwassenen. Ze kunnen niet slapen, zijn snel afgeleid en vaak onrustig. Ze hebben een hoofd vol piekergedachten. De “aan-knop” doet het wel, maar waar zit de “stop-knop”? Door regelmatig concentratie oefeningen te doen leren we kinderen zich beter te concentreren en rust in te bouwen. Door rust in hun hoofd en lijf verbeteren de concentratie en leerprestaties en kunnen ze zich beter focussen op hun werk.
ICT onderwijs
De kinderen in onze samenleving groeien op met devices in de vorm van mobieltjes, smartphones, i-pads, laptops etc. De ontwikkelingen in de ICT-wereld gaan razendsnel en de kinderen van nu en in de toekomst zullen met deze ontwikkelingen meegroeien. Wij vinden het belangrijk dat kinderen in deze tijd goed leren omgaan met en goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die de pc, tablet of chromebook kunnen bieden. Voor ons onderwijs zijn er in toenemende mate mogelijkheden om kinderen hiermee vertrouwd te maken.
Chromebooks in de groepen 4 t/m 8
We werken volledig in de cloud. De groepen 4 t/m 8 hebben de beschikking over een eigen device: een chromebook, waar ze met hun eigen Gmail account op in kunnen loggen. Ze komen dan in een elektronische leeromgeving (ELO) terecht. Deze leeromgeving is een onderdeel van google en heet COOL. Leerkrachten kunnen uit google apps for Education toevoegen aan kinderen. Tevens maken we in deze groepen ook gebruik van de app van Gynzy. Met deze app zullen we in ieder geval de vakken rekenen, taal en spelling laten verwerken. Kinderen kunnen met hun google-account eigen bestanden opslaan en delen. In principe kunnen ze de ELO vanuit ieder device benaderen, hetgeen weer extra mogelijkheden geeft. De chromebooks blijven op school, waar ze ’s nachts weer opgeladen worden. De chromebooks zijn 2 jaar verzekerd, indien er iets moedwillig wordt stuk gemaakt, zullen we bij ouders aanspraak moeten maken op hun WA-verzekering.
De methodesoftware heeft de les- en werkboeken voor bepaalde vakken (rekenen, taal en spelling) vervangen. De kinderen krijgen instructie (les) van de leerkracht en verwerken dit op hun chromebook. De rol van de leerkracht is hierbij heel belangrijk, omdat de leerkracht de instructie geeft. Ook speelt de leerkracht een essentiële rol in het coachen en begeleiden van kinderen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben. De software wordt steeds verder doorontwikkeld en kan dus steeds adaptiever worden ingezet. Te denken valt aan; instructiefilmpjes bij de lessen, kinderen hebben de mogelijkheid om eigen doelen kiezen en een eigen leerroute is mogelijk.
- De software heeft veel voordelen voor leerkrachten en leerlingen zoals:
- Kinderen krijgen goed inzicht in de voortgang van hun doelen en kunnen eigen doelen kiezen om zich in te verbeteren, ook de leerkracht kan eigen doelen voor kinderen instellen.
- Door automatisch nakijken en foutenanalyse heeft de leerkracht meer tijd voor instructie, voorbereiding en remediëring.
Direct inzicht in de ontwikkeling van kinderen; de leerkracht kan zien hoe de kinderen de opdrachten hebben gemaakt. Daarnaast krijgen de kinderen na het maken van een opdracht, direct feedback en kunnen zij eventueel nog verbeteren. De leerkracht ziet direct hoe de opdrachten gemaakt worden en kan hierop de instructie aanpassen. Specifieke onderwijsbehoeften worden op deze manier in kaart gebracht en vervolgens kan de leerkracht hier gericht op inzetten.